Geschiedenis.
De stad Dordrecht ontstond aan het riviertje de Thure te midden van veenmoerassen. De Thure was een zijtak van de rivier de Dubbel en liep ongeveer ter hoogte van het huidige Bagijnhof. De oorspronkelijke naam van Dordrecht is Thuredrith. Dit betekent "doorwaadbare plaats in de rivier Thure". Thuredrith zou in de loop der tijd veranderen in Dordrecht, is een van de meerdere naamsverklaringen. De oudste vermelding voor de stad dateert van rond 1120. Omstreeks dat jaar werd in een gedeelte van de Annalen van Egmond melding gemaakt van de moord op Graaf Dirk IV in 1049 'bij Dordrecht' (apud Thuredrech). De Hollandse graaf Willem I bevestigde in 1220 de stadsrechten van Dordrecht. Na Geertruidenberg (1213) is Dordrecht daarmee de tweede stad waarvan bekend is dat het vrijheden van de Hollandse graaf kreeg. Het is echter de vraag of de stadsrechten van Geertruidenberg zo volledig waren als die van Dordrecht. Het ging namelijk alleen over het verkrijgen van marktrecht, maar behelsde niet het recht op rechtspraak. Het is niet uit te sluiten dat eerder ook andere Hollandse plaatsen stadsrechten kregen (niet alle oorkonden zijn als origineel of in afschrift bewaard gebleven).
Op grond van zijn oude papieren maakt Dordrecht er echter sedert lang aanspraak op de oudste stad van Holland te zijn. Door haar strategische ligging en het verkrijgen van stapelrecht in 1299 ontwikkelde de stad zich tot een belangrijke stapelplaats. Dordrecht verhandelde vooral wijn, hout en graan. Rond 1400 had de stad ruim 8000 inwoners, waarmee het de grootste stad van Holland was. Een en ander geldt echter alleen voor de Staten van Holland (ongeveer Noord- en Zuid-Holland). Van de steden in het huidige Nederland zijn er meer die ouder zijn, waaronder Utrecht (1122). Zie Lijst van Nederlandse plaatsen met stadsrechten. In 1421 kwam Dordrecht ten gevolge van de Sint-Elisabethsvloed, waarbij grote delen van het achterland (Grote Waard) voorgoed verdronken, op een eiland te liggen. In 1572 kwam te Dordrecht de Eerste Vrije Statenvergadering bijeen. Vertegenwoordigers van alle Hollandse steden erkenden stadhouder Willem I, prins van Oranje, en steunden de opstand tegen de Spanjaarden. In 1618-1619 vond in Dordrecht, bolwerk van de reformatie, de Synode van Dordrecht plaats, waarbij de remonstranten tegenover de contraremonstranten stonden en waar het besluit viel tot de Bijbelvertaling die in 1637 de Statenbijbel zou opleveren, de eerste offici le vertaling in de Nederlandse taal.
Tijdens het Eerste Stadhouderloze Tijdperk (1650-1672) werd Johan de Witt, zoon van mr. Jacob de Witt, als raadspensionaris naar voren geschoven. Onder zijn leiding werd in 1654 vrede met Engeland gesloten waarbij de Akte van Seclusie werd opgenomen. Deze akte moest voorkomen dat de zoon van Willem II stadhouder zou worden. Op 20 augustus 1672 echter werden Johan en zijn broer Cornelis de Witt in Den Haag gelyncht. Willem III, verdacht van het complot, werd datzelfde jaar stadhouder.Dordrecht voerde een scherp anti-stadhouderlijke koers. Op 26 juli 1783 werd het exercitiegenootschap "De Vrijheid" opgericht. De Patriotten wilden de oude vrijheid heroveren op de Oranjes. Nederland was immers al ruim tweehonderd jaar een republiek, erfopvolging hoorde daar niet in thuis. Al snel volgden meerdere steden. Stadhouder Willem V vluchtte uit Holland. Op 18 september 1787 echter capituleerde Dordrecht voor de troepen van de Pruisische koning Frederik Willem, de zwager van Willem V. De Oranjerestauratie werd met kracht ingezet en de democratische beweging weggevaagd. Willem V werd in zijn positie hersteld. In 1815 nam zijn zoon Willem I, voorheen Willem VI, de titel Koning der Nederlanden aan.
Binnen Holland werd Dordrecht vanaf de 18e eeuw overvleugeld door Rotterdam. Door de eeuwen heen heeft Dordrecht een sleutelpositie ingenomen bij de verdediging van Holland, tot ver in de 20e eeuw was Dordrecht ook garnizoensstad. In de Benthienkazerne aan Buiten Walevest langs de Oude Maas waren pontonniers gelegerd. Tijdens de mobilisatie van augustus 1939 werden er ook infanteristen en artilleristen naar Dordrecht gestuurd om het eiland te verdedigen. In mei 1940 gaf Luitenant-kolonel Josephus Adrianus Mussert, een broer van NSB-leider Anton Mussert, leiding aan de verdediging van Dordrecht tegen het Duitse leger. Nadat het Nederlandse leger de strijd tegen de Duitsers op had gegeven werd Jo Mussert gearresteerd en neergeschoten, als gevolg waarvan hij enkele uren later overleed. In de winter van 1944-1945 werden Dordrecht en omgeving het middelpunt van de strijd in de Tweede Wereldoorlog. De grens tussen bevrijd en bezet gebied lag toen bij het Hollandsch Diep. In 1970 werden de gemeente Dubbeldam (toen ca. 10.000 inwoners) en het zuidelijk deel van de gemeente Sliedrecht aan de gemeente Dordrecht toegevoegd, zodat de gemeente het gehele Eiland van Dordrecht ging beslaan.
Topografie en landschap.
De stad Dordrecht ligt in het zuiden van Zuid-Holland op het Eiland van Dordrecht, een gebied met een oppervlakte van ongeveer 9.000 ha[2] dat in de huidige vorm is ontstaan door de Sint-Elisabethsvloed in 1421. Het gebied valt tegenwoordig geheel binnen de grenzen van de gemeente, die een totale oppervlakte heeft van 99,45 km . Bij Dordrecht komen drie rivieren samen: de Beneden-Merwede, de Noord en de Oude Maas. Dit drierivierenpunt is het drukst bevaren waterknooppunt van Europa. Het Eiland van Dordrecht wordt omringd door verschillende grote waterwegen: naast de Beneden-Merwede en de Oude Maas zijn dat de Nieuwe Merwede, Hollands Diep en Dordtsche Kil. Het water in Dordrecht ligt over het algemeen iets onder NAP, bijvoorbeeld -1,50 meter.[4] Het hoogste natuurlijke punt van het Eiland van Dordrecht is de Kop van de Oude Wiel met een hoogte van 2,60 meter boven NAP.
Bezienswaardigheden.
Belangrijke bezienswaardigheden in Dordrecht zijn in de eerste plaats de rivierkade bij de Groothoofdspoort, verder de Grote Kerk met zijn onvoltooide toren en ongebruikelijk in Holland zijn stenen overwelving. Ook de binnenhavens, waarvan er n wordt overkluisd door het stadhuis en het Scheffersplein, vormen een bezienswaardigheid. De stad telt ongeveer 900 rijksmonumenten, meer dan 650 gemeentelijke monumenten en twee beschermde stadsgezichten: Rijksbeschermd gezicht 19e-eeuwse Schil Dordrecht en Rijksbeschermd gezicht Dordrecht. Langs de oude havens staan historische koopmanshuizen. Bijzonder zijn de circa 50 huizen met Dordtse gevel, een eigen geveltype dat in de 16e eeuw werd ontwikkeld als meesterproef van het metselaarsgilde. Het Hof is een oud Augustijner klooster met een interessante geschiedenis, zo vond er in 1572 de Eerste Vrije Statenvergadering plaats. Het museum dat er is gevestigd is een onderdeel van het Dordrechts Museum.
Het in de twintigste eeuw ontworpen Statenplein is het commerci le middelpunt van de stad. Op het nabijgelegen Scheffersplein staat een standbeeld van Ary Scheffer, de Dordtse schilder, en op de Visbrug een standbeeld van de gebroeders Johan en Cornelis de Witt. Op de Noordendijk staat de laatst overgebleven molen in Dordrecht: Molen Kyck over den Dyck. Dordrecht kent ook nog enkele hofjes: o.a. de Regenten- en Lenghenhof 1755), de Arend Maartenshof (1625), de Van Slingelandthof (1542), en de Clara en Mariahof (1880). In de loop van de eeuwen zijn in de stad diverse beelden en andere kunstwerken geplaatst. In de vishal (rijksmonument) aan de Vismarkt werd vroeger vis verkocht, die werd aangevoerd vanaf het aan grenzende water van de Knolhaven, onder andere steur en zalm uit de toen nog niet vervuilde rivieren.
Folklore.
Inwoners van Dordrecht worden Schapekoppen genoemd, een benaming die waarschijnlijk gebaseerd is op een sage, die wellicht uit de Middeleeuwen stamt toen er nog tolmuren rond de stad stonden. In een poging om het tolgeld op vee te ontduiken, staken Dordtenaren een schaap in mensenkleren om het zo binnen de stadsmuren te kunnen smokkelen. Het bedrog kwam echter uit: net op het moment dat men met het schaap door de poort wilde begon het dier te blaten. Langs de Laan der Verenigde Naties, staat een monument dat hiernaar verwijst, voorstellende een man en zijn zoon, die een schaap verkleed als kind tussen zich in houden. In het logo van BVO FC Dordrecht staat de kop van een ram, de supporters van deze 'betaaldvoetbalclub' zingen bij wedstrijden: Wij zijn de Dordtse Schapekoppen. Verder is er een koekje met de naam Schapekop, een Dordtse specialiteit. Dordrecht wordt tijdens carnaval Ooi- en Ramsgat genoemd.
Er is een bekende uitdrukking die over Dordrecht gaat, namelijk: Hoe dichter bij Dordt, hoe rotter het wordt. Deze uitdrukking had betrekking op de bodemgesteldheid in het rivierengebied. De volledige uitdrukking luidt: Tiel is niet viel, Bommel is rommel en hoe dichter bij Dordt, hoe rotter het wordt. Er zijn meer volksverhalen die de ronde doen over Dordrecht. E n er van gaat over Sint Sura, de jonge dame die met slechts 3 munten in haar beursje een hele kerk wilde laten bouwen. Zij werd vermoord vanwege vermeende rijkdom. Een ander volksverhaal gaat over het huis De Onbeschaamde. De drie broers Van Beveren wilden alle drie een huis laten bouwen. Voor de grap zouden ze een weddenschap hebben afgesloten wie het meest gewaagde beeld op zijn gevel zou durven te zetten. Abraham van Beveren liet een naakt jongetje tegen de gevel plakken, maar het huis met de meest gewaagde voorstelling laat nu een leeg timpaan zien: de voorstelling was zo gewaagd, dat hij volgens het verhaal verwijderd zou zijn.